Breng mij naar het informatiepaneel!
Op 8 april 1944 stegen 611 viermotorige Amerikaanse bommenwerpers van het type B-17 Flying Fortress en B-24 Liberator rond 13:00 uur in Engeland op. De vloot bestond uit twee Bomb Divisions die vlogen met de B-17 Flying Fortress en één Bomb Division die vloog met de B-24 Liberator. De B-17 Flying Fortresses hadden als doel de noordelijke Duitse vliegvelden, en de B-24 Liberators hadden als doel verschillende doelen om en nabij Braunschweig.
Als reactie op deze twee formaties werden de Duitse eenheden van Jagddivision 1, Jagddivision 2 en Jagddivision 3 (met een totaal van zo’n 400 eenmotorige jagers) naar de vloot nabij Braunschweig gestuurd. Zij overweldigden de Amerikaanse escorte al snel, waarop de escorte van de B-17 Flying Fortresses ook richting Braunschweig werden gestuurd. Zij overweldigden op hun beurt de Duitse jagers weer.
Ook een aantal Fw 190A jagers van 2. Staffel, Jagdgeschwader 26 (2./JG 26) waren hierbij betrokken. Zij stegen rond 14:16 uur op vanaf vliegveld Florennes in België om de Amerikaanse B-24 Liberator bommenwerpers aan te vallen. Onder hen was Oberfeldwebel Emil Babenz. Hij vloog in Fw 190A-6 Wnr. 470046 met herkenningstegen ‘Schwarze 1’. Dit was zijn 335e vijandelijk vlucht, hij behaalde in totaal 24 bevestigde ‘kills’.
Voor meer informatie over Emil Babenz, klik op onderstaande uitvouwbare balk.
Oberfeldwebel Emil Wilhelm Reinhold Babenz
Emil Wilhelm Reinhold Babenz werd geboren op 1 januari 1919 in Bolschwitz, Kreis Calau. Van beroep was Emil monteur van bouwmachines en motoren.
Emil was getrouwd met Anneliese Henny Ulla Schütze. Zij woonden samen in Kohlfurt (nu Węgliniec, Polen).
Emil ging op 1 november 1937 in dienst bij de Luftwaffe. Hier kreeg hij uiteindelijk identificatienummer '60016 / 16' waarop hij vanaf 25 september 1939 een vliegopleiding aan de Flugzeugführerschule A/B in Görlitz volgde. Na het voltooien van zijn opleiding werd Emil overgeplaatst naar Jagdgeschwader 26, waar hij werd ingedeeld bij 3. Staffel. Hier boekte hij op 17 april 1941 al zijn eerste overwinning.
Emil was één van de oorspronkelijke leden van 11. Staffel, Jagdgeschwader 26. 11. Staffel werd op 8 augustus 1942 opgericht als een speciale 'Höhenstaffel'; een eenheid die met gespecialiseerde uitrusting op een grotere hoogte vloog dan de normale eenheden.
Hier was Emil uitermate succesvol boven de geallieerde landingen bij Dieppe op 19 augustus 1942 toen hij drie Britse Spitfires neerschoot. Hiervoor werd hij op 15 oktober 1942 onderscheiden met het Deutsches Kreuz in Gold.
Emil stapt uit de cockpit van zijn Messerschmitt Bf 109 na een succesvolle missie
In november 1942 vergezelde Emil 11. Staffel, Jagdgeschwader 26 naar Tunesië, waar de Staffel toegevoegd werd aan II. Gruppe, Jagdgeschwader 51. Op 3 december werden zes piloten van 11. Staffel, Jagdgeschwader 26 op de grond gedood tijdens een bombardement op hun vliegveld buiten Tunis. Hierop werd de Staffel ontbonden en de overlevenden werden opgenomen in II. Gruppe, Jagdgeschwader 51.
Op 10 maart 1943 werd Emil overgeplaatst naar Jagdgeschwader 53 samen met zes andere piloten die voorheen bij 11. Staffel, Jagdgeschwader 26 zaten. Feldwebel Emil Babenz werd ingedeeld bij 1. Staffel, Jagdgeschwader 53. Hier behaalde hij twee overwinningen boven Tunesië waarmee hij zijn overwinningentotaal op 24 bracht.
Door een onbekende reden raakte Emil tijdens zijn tijd bij 1. Staffel, Jagdgeschwader 53 gewond. Hierdoor werd hij terug bij Jagdgeschwader 26 bij een veerbooteenheid ingedeeld om zijn vertrouwen in het vliegen weer terug te krijgen.
Hierna werd Emil ingedeeld bij 2. Staffel, Jagdgeschwader 26.
Emil bij zijn Messerschmitt Bf 109F
Emil behaalde 24 overwinningen in 335 missies (allen aan het Westelijk front):
-
17 april 1941 (18:00 uur): Blenheim van 105 Squadron (Emil misidentificeerde dit toestel als een Beaufort), ten noorden van Brest (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
28 juni 1941 (08:25 uur): Spitfire P8346 van 303 Squadron gevlogen door Pilot Officer Jozef Bondar, ten westen van Lille (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
11 juli 1941 (16:30 uur): Spitfire, 10 kilometer noordwestelijk van Gravelines (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
12 augustus 1941 (13:20 uur): Spitfire van 19 of 152 Squadron, ten zuiden van Goeree-Overflakkee (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
21 augustus 1941 (15:10 uur): Spitfire, zuidoostelijk van Duinkerke (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
27 augustus 1941 (08:10 uur): Spitfire, ten westen van Gravelines (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
13 oktober 1941 (14:43 uur): Spitfire, 10 kilometer ten oosten van Dungeness (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
8 november 1941 (12:29 uur): Spitfire van 401 Squadron, nabij Montreuil (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
12 februari 1942 (15:35 uur): Spitfire, 30 kilometer ten noorden van Duinkerke (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
8 maart 1942 (17:21 uur): Spitfire van 121 Squadron, zuidoostelijk van Bergues (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
28 maart 1942 (17:05 uur): Spitfire van 401 Squadron, 10 kilometer ten zuiden van Dungeness (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
28 maart 1942 (18:58 uur): Spitfire van 457 of 602 Squadron, nabij Cap Blanc Nez (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
30 april 1942 (19:38 uur): Spitfire van 129 of 340 Squadron, 2 kilometer ten westen van Somme riviermonding (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
25 mei 1942 (11:40 uur): Spitfire van 222 Squadron, nabij Nieuwpoort (eenheid: 1. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
29 mei 1942 (08:20 uur): Spitfire van 72 Squadron, Het Kanaal (eenheid: 1. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
1 juni 1942 (13:50 uur): Spitfire van 65 of 111 Squadron, kaart quadrant Pl. Qu. 22456 (eenheid: 1. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
2 juni 1942 (11:05 uur): Spitfire van 403 Squadron, 15 kilometer ten westen van de Somme riviermonding (eenheid: 1. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
30 juli 1942 (19:15 uur): Spitfire, nabij Watten (eenheid: 3. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
19 augustus 1942 (09:52 uur): Spitfire van 411, 485 of 610 Squadron, noordoostelijk van Dieppe (eenheid: 11. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
19 augustus 1942 (13:30 uur): Spitfire, noordoostelijk van Dieppe (eenheid: 11. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
19 augustus 1942 (13:35 uur): Spitfire, noordoostelijk van Dieppe (eenheid: 11. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
28 september 1942 (15:41 uur): P-38 Lightning van 48th Fighter Squadron, 14th Fighter Group, 20 kilometer ten westen van Mateur (eenheid: 11. Staffel, Jagdgeschwader 26)
-
22 maart 1943 (14:02 uur): P-38 Lightning, 10 kilometer noordwestelijk van Bizerta (eenheid: 1. Staffel, Jagdgeschwader 53)
-
18 april 1943 (? uur): P-40 Warhawk (eenheid: 1. Staffel, Jagdgeschwader 53)
Op 8 april 1944 werd Emil neergeschoten. Hij wist het toestel niet tijdig te verlaten, en kwam bij de crash om het leven.
Emils Staffelführer schreef het volgende over hem na zijn overlijden: "Met Oberfeldwebel Babenz verloor de Staffel een enthousiaste en succesvolle vliegtuigpiloot die zijn waarde bewees boven Het Kanaal en in Afrika. Als zwermleider was hij een voorbeeld voor jongere kameraden en was altijd bereid hen iets te leren van zijn ervaring als Kanaalpiloot. Hij vloog zeer verantwoordelijk tijdens de intrede van jonge piloten. Hij was erg populair onder zijn kameraden vanwege zijn open en eerlijke karakter. 'Emil' was ook goed bekend bij leden van andere Staffels. Hij was een persoon waar niemand boos op kon zijn. Superieuren en ondergeschikten mochten hem altijd."
Emils vrouw wist zich het slechte nieuws nog goed te herinneren: "Toen Hptm. Schöning in de gevechtspost verscheen, draaide alles om mij heen en ik wist, nog zonder dat er iets gezegd was, wat er was gebeurd. In het begin van de week had mijn man me nog eens in zijn armen genomen en gezegd: "Deze week sneuvel ik - ik wálg van de oorlog!" Steeds vlogen ze tegen een overmacht. Vaak hadden ze een neergeschoten vijandelijke vlieger bij de Staffel. Die werd dan vorstelijk onthaald. Er waren nooit vijandelijke gevoelens. Dat waren dingen die me innerlijk vaak erg bewogen - waarom moesten de volkeren elkaar toch beoorlogen en konden e niet in vriendschap samenleven? Vandaag de dag heerst op de samenkomsten van de jachtvliegers, waar ook de voormalige vijanden te gast zijn, een goede verstandhouding. Zo moeten de volkeren elkaar vinden: door wederzijdse bezoeken en gedachtenwisseling.
Naar mijn eigen wens is mijn man op een begraafplaats in het bos, in onze geboortestreek Kohlfurt in Silezië, aan de voeten van mijn vader - die in de Eerste Wereldoorlog al piloot en waarnemer was - met alle militaire eer begraven." Aldus Anneliese Mayer-Babenz in januari 1979.
Leutnant Heinrich Schild van Jagdgeschwader 26 vertelde: “Onze Staffel werd op 8 april 1944, het was Paaszaterdag, overgeplaatst van Florennes naar Wewelghem in België. We startten met ongeveer tien machines, waarvan onderweg verscheidene met een defecte motor uitvielen. In het gebied van Brussel kregen we van de gevechtspost over de radio bevel een in de nabijheid van de Zuiderzee binnenvliegende formatie viermotorige vijandelijke bommenwerpers aan te vallen.
Ik koos onmiddellijk positie naar Charly (Oblt. Karl Willius); iets boven ons zat Emil Babenz met Uffz. Sandoz. Juist boven de Zuiderzee kregen we de spits van de formatie in het oog – het waren ongeveer 36 Amerikaanse machines met een aanzienlijke jagerescorte – en vielen van voren aan. Hierbij schoot Charley een Amerikaanse Liberator neer.
Na de aanval trokken we over de formatie weg in de richting van de zon. Tijdens het optrekken – ik zat ongeveer honderd meter rechts achter Charley – nam ik een Thunderbolt waar, die op ongeveer 120 tot 150 meter achter Charley zat en uit alle lopen schoot. Ik riep Charley over de radio toe dat hij naar binnen moest draaien. Maar meteen zag ik hoe van zijn machine stukken wegvlogen en zich een lange benzinepluim vormde. Ik had ook een Amerikaan achter me, wiens lichtspoorprojectielen rechts en links langs mijn cockpit vlogen. Ik draaide op de achter Charley zittende jager in en beschoot hem vanaf opzij, zodat hij met een zwarte rookpluim naar onderen wegzakte. Waarschijnlijk is hij ook neergestort. Naderhand ontwikkelde zich een hevig luchtgevecht en het gelukte mij slechts met grote moeite, in een diepe duikvlucht en door vier Amerikaanse jagers achtervolgd en beschoten, mijzelf in het Roergebied van de vijand los te maken, waar ik tussen schoorstenen en schachttorens kon ontkomen.
Het luchtgevecht waarin Charley treffers kreeg, vond plaats tussen Zwolle en Meppel, op ongeveer 8000 meter hoogte. Aangenomen moet worden dat ingeval Charley niet meer uit de machine is gekomen, deze op de oever van de Zuiderzee of in de zee is neergestort.“
Het was in dit luchtgevecht dat Oberfeldwebel Emil Babenz en zijn vleugelman Unteroffizier Sandoz de aansluiting met Leutnant Heinrich Schild en Oberleutnant Karl Willius kwijtraakten. Waarschijnlijk volgden Oberfeldwebel Emil Babenz en zijn vleugelman de Amerikaanse formatie naar het oosten. Uiteindelijk, boven het Nederlands-Duits grensgebied, werd ook Fw 190A-6 Wnr. 470046, gevlogen door Oberfeldwebel Emil Babenz, neergeschoten.
Rond 15:45 zagen ooggetuigen op de grond hoe een Duitse toestel tot aan de grond gevolgd werd door een al vurende Amerikaanse jager. Het Duitse toestel stortte hierop in het veen bij Rühlertwist. Dit toestel betrof Fw 190A-6 Wnr. 470046, gevlogen door Oberfeldwebel Emil Babenz. Zijn lichaam werd vlak bij het wrak gevonden.
De Gräberkartei met betrekking tot Oberfeldwebel Emil Babenz
Laten we de herinnering levendig houden aan wat Oberfeldwebel Emil Wilhelm Reinhold Babenz gedaan heeft voor zijn vaderland.
Emil W.R. Babenz
Piloot
KIA
De piloot van Fw 190A-6 Wnr. 470046, Oberfeldwebel Emil Babenz, werd op 18 april 1944 begraven te Lingen. Volgens Duitse rapporten en de vrouw van Emil Babenz werd het lichaam van Emil Babenz op 22 april 1944 vanuit Lingen overgeplaatst naar Kohlfurt (nu Węgliniec, Polen) en hier op de lokale begraafplaats bijgezet.
Rust in vrede.
Het gedeelde graf van Emil Babenz (onder)
In 2003 stuitte men tijdens de vervening op de laatste resten van Fw 190A-6 Wnr. 470046. Eén propellerblad, en overige kleinere delen was het laatste wat er van het toestel over was. De rest was in de jaren daarvoor beetje bij beetje verloren gegaan door eerdere verveners.
Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!
Bronnen:
- Archief Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe
- Bundesarchiv B 578/Babenz, Emil
Dit Lost Wings informatiepaneel is mogelijk gemaakt door de Eems Dollard Regio (EDR).
Andere partners in dit project waren: Erdöl-Erdgas-Museum Twist, Gemeinde Twist, Heimatverein Twist e.V., Heimatfreunde Emlichheim und Umgebung e.V., Historische Vereniging Nei-Schoonebeek, Interessen-Kameradschaft zur Aufklärung, Regelung und Untersuchung von Suchfällen (IKARUS), Samtgemeinde Emlichheim en Stichting Jonkgoód.