| Datum | |
| Basis & tijd | |
| Eenheid | |
| Registratie | |
| Code | |
| Locatie & tijd | |
| Bemanning | |
| Opmerkingen | Op 12 augustus 1944 stegen 379 Lancasters en Halifaxes op voor een aanval op Braunschweig. Tegelijkertijd vonden er nog vier andere afleidingsaanvallen plaats. De aanval op Braunschweig gold als een experiment: het doel zou enkel gebombardeerd worden met behulp van de H2S-radar en zonder fysieke markering. Eén van de toestellen naar Braunschweig was Lancaster Mk.III LM658 HW-H van RAF 100 Squadron. Na succesvol het doel gebombardeerd te hebben werd het toestel vermoedellijk lichtbeschadigd door Flak. Hierdoor koos de bemanning ervoor om een directe route terug naar huis te vliegen, in plaats van de geplande route die via de Duitse Waddeneilanden liep. Uiteindelijk werd het toestel nogmaals geraakt door Flak tussen Osnabrück en Münster. Hierdoor raakte het toestel in brand. Dit werd op zijn beurt weer waargenomen door een Duitse nachtjager gevlogen door Feldwebel Robert Koch van 6. Staffel, Nachtjagdgeschwader 1. Hij viel het toestel boven het Nederlands-Duitse grensgebied op een hoogte van 5.000 meter aan. Het lot van het toestel was nu gezegeld en de bemanning had door dat zij snel het toestel moesten verlaten. Terwijl zij dit deden ontplofte het toestel. Drie bemanningsleden kwamen hierbij om het leven en vier bemanningsleden wisten tijdig het toestel te verlaten. Eén van hen werd al snel gevangen genomen, maar de overige drie bemanningsleden wisten met behulp van de lokale bevolking onder te duiken. Op 21 maart 1945 werd Flying Officer Gerald Hood, die een week eerder tijdens een inval gevangen was genomen, standrechtelijke geëxecuteerd door leden van de Geheime Feldpolizie en de SS. Het lichaam van Flying Officer Gerald Hood werd na de oorlog gevonden en begraven op de Algemene Begraafplaats te Almelo. De drie bij de crash gesneuvelde bemanningsleden werden begraven op de Protestantse Begraafplaats te Hardenberg. |
Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!