Breng mij naar het informatiepaneel!
Op 3 februari 1943 vertrok Halifax DT630 VR-T, ‘T for Tommy’, van RCAF 419 (Moose) Squadron om 18:34 uur van vliegbasis RAF Middleton St. George als onderdeel van een aanvalsgolf van 263 toestellen. Het doel van deze aanval was Hamburg. Op de heenweg werden de bommenwerpers verhinderd door slecht weer, waardoor velen van hen voortijdig de aanval af moesten breken.
De bemanning van Halifax DT630 VR-T was in de nacht van dit bombardement op Hamburg vijf minuten te laat met het oversteken van Het Kanaal. Door deze achterstand drukte piloot Jack D. MacKenzie de neus iets naar beneden zodat de snelheid toenam. Het feit dat Halifax DT630 VR-T laat was en daardoor achter de formatie aan vloog was niet het enige probleem van de piloot: het contact met de staartschutter, Alexander H. Milton, was verbroken. Het hele intercomsysteem was gestopt met werken. Jack D. MacKenzie moest de keuze maken om ofwel terug te keren, ofwel door te gaan en te hopen dat de intercom het snel weer zou doen.
Voor meer informatie over de bemanning van Halifax DT630 VR-T, klik op onderstaande uitvouwbare balk.
Pilot Officer Jack Douglas 'Mac' MacKenzie
Jack Douglas 'Mac' MacKenzie werd geboren op 27 april 1921 te Winnipeg als zoon van Annie Elizabeth Acheson en Charles Bellany MacKenzie. Mac had twee broers, Charles (1917) en Roderick (1918), en twee zussen, Glenys (1925) en Moira (1927).
Mac (vooraan op de grond) met zijn broers en zussen Roderick (staand achteraan), Glennis (zittend links), Charles (zittend midden) en Moira (zittend rechts), +-1930
Mac volgde zijn onderwijs aan John M. King en Daniel McIntyre College, waarna hij ging werken bij de Canadian Wheat Board. Hier speelde hij veel hockey. Tevens vermeldde Mac dat hij een fervent roker was; hij rookte zo'n 10 sigaretten per dag.
Op 9 mei 1941 meldde Mac zich aan voor bij de Royal Canadian Air Force. Na zijn keuring werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen met zijn opleiding. Eerst werd Mac toebedeeld aan No.4 Initial Training Squadron (ITS), te Edmonton. Hier maakte hij van 21 juni tot 26 juli deel uit van Course 29, Flight 'D'. Na het behalen van zijn opleiding werd Mac beschreven als "lijkt alert, levendig maar niet erg responsief. Netjes in werk, actief in sport". Jack werd geschikt geacht om piloot te worden.
Groepsfoto van Course 29, Flight 'D' van No.4 ITS, 12 juli 1941
Hierna werd Mac toebedeeld aan No.18 Elementary Flying Training School (EFTS). Hier werd Mac opgeleid tot piloot van een éénmotorige Tiger Moth. In totaal vloog Jack hier 56 uur en 25 minuten. Zijn eindevaluatie luidde: "Deze leerling was traag aan het begin van zijn opleiding maar heeft een gestage verbetering laten zien en is op dit moment een gemiddelde piloot. Zijn beoordelingsvermogen en gevoel voor lucht zijn redelijk. Aerobatics onder het gemiddelde. Kan geneigd zijn onzorgvuldig te zijn wat betreft de vliegsnelheid."
Vervolgens werd Mac toebedeeld aan No.15 Service Flying Training School (SFTS). Hier werd gevlogen op tweemotorige vliegtuigen. In totaal vloog Mac hier 92 uur en 15 minuten. Hier luidde zijn evaluatie "De vooruitgang is nogal onregelmatig, vooral door overmatige angst. Navigatie en instrumentvliegen beide gemiddeld. Gemiddelde leerling, bovengemiddeld als piloot maar gemiddelde kunnen".
Op 5 december 1941 kreeg Mac zijn Flying Badge.
Op 19 februari 1942 stapte Mac van de boot in Engeland. Hier werd hij op 27 april 1942 toebedeeld aan No.14 Advanced Flying Unit (AFU). Na ook hier zijn opleiding gehaald te hebben werd Mac op 7 juli 1942 toebedeeld aan No.22 Operational Training Unit (OTU), Course 24. Vervolgens werd Mac toebedeeld aan RCAF 419 Squadron, welke vloog met de Vickers Wellington. Hier vloog Mac de volgende missies:
-
5 op 6 oktober 1942; Aachen, in Wellington X3390 (op de heenweg raakte het toestel in onweer terecht, en door bliksem stopte de radio met werken. Hierop besloot de bemanning terug te keren naar hun basis)
-
15 op 16 oktober 1942; Keulen, in Wellington X3563
Vanaf 24 november 1942 tot 22 december 1942 was Jack met zijn bemanning (William Nelson Garnett, Raymond Hepton 'Ray' Hill en Alexander Henry 'Alec' Milton) toebedeeld aan No.1659 Heavy Conversion Unit, van RCAF 419 Squadron. Hier werd de bemanning omgeschoold van de tweemotorige Vickers Wellington naar de viermotorige Handley Page Halifax bommenwerpers. Hier werden William Peter Duthie en Lennox Aylwin James Gonnett toegevoegd aan de bemanning.
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog Jack de volgende missies:
-
15 op 16 januari 1943; Lorient, in Halifax DT641
-
21 op 22 januari 1943; Waddeneilanden (Gardening), in Halifax DT623 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables'. De codenaam voor de Wadden Eilanden was 'Nectarenes'. Tijdens deze missie vloog Sergeant L.C. Wilson mee als co-piloot)
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Jack was niet in staat het toestel niet tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Sergeant William Nelson Garnett
William Nelson Garnett werd geboren op 31 oktober 1918 als zoon van George Alfred Garnett en Edith Marion Nelson te Toronto. William had één zus, Bessie (1915), en één broertje, John (1919).
William volgde zijn onderwijs aan het East York Collegiate Institute. Na zijn onderwijs ging hij werken als administratief medewerker.
Op 14 maart 1941 meldde William zich aan voor bij de Royal Canadian Air Force. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding tot navigator/waarnemer.
Uiteindelijk werd William toebedeeld aan RCAF 419 Squadron, welke vloog met de Vickers Wellington. Hier vloog William de volgende missies:
-
5 op 6 oktober 1942; Aachen, in Wellington X3390 (op de heenweg raakte het toestel in onweer terecht, en door bliksem stopte de radio met werken. Hierop besloot de bemanning terug te keren naar hun basis)
-
15 op 16 oktober 1942; Keulen, in Wellington X3563
Vanaf 24 november 1942 tot 22 december 1942 was William met zijn bemanning (Jack Douglas 'Mac' MacKenzie, Raymond Hepton 'Ray' Hill en Alexander Henry 'Alec' Milton) toebedeeld aan No.1659 Heavy Conversion Unit, van RCAF 419 Squadron. Hier werd de bemanning omgeschoold van de tweemotorige Vickers Wellington naar de viermotorige Handley Page Halifax bommenwerpers. Hier werden William Peter Duthie en Lennox Aylwin James Gonnett toegevoegd aan de bemanning.
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog William de volgende missies:
-
15 op 16 januari 1943; Lorient, in Halifax DT641
-
21 op 22 januari 1943; Waddeneilanden (Gardening), in Halifax DT623 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables'. De codenaam voor de Wadden Eilanden was 'Nectarenes'. Tijdens deze missie vloog Sergeant L.C. Wilson mee als co-piloot)
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Tijdens de laatste missie van William wist hij tijdig het toestel te verlaten. William landde met zijn parachute in de buurt van Schoonoord maar werd al snel gevangen genomen. Hij werd eerst naar Dulag Luft in Frankfurt afgevoerd, waar hij werd ondervraagd. Vervolgens werd William overgeplaatst naar het gevangenenkamp Stalag VIIIb Lamsdorf. Hier zat William het grootste deel van zijn gevangenschap uit; van 10 februari 1943 tot 22 januari 1945.
Met het naderende Russische leger werd het kamp ontruimd. Groepen van honderden gevangen moesten te voet westwaarts lopen. Uiteindelijk werd William op 13 april 1945, 60 mijl ten westen van Maagdenburg bevrijdt.
Na zijn thuiskomst in Canada trouwde William op 29 september 1945 met Sarah Elizabeth Armstrong. Samen kregen zij één zoon.
William kwam op 27 oktober 1987 te overlijden.
Sergeant William Peter Duthie
William Peter Duthie werd geboren op 28 juli 1921 als zoon van Robert McKay Duthie en Lily Eliza Beckett te Winnipeg. William had één jongere broer en één oudere broer, Gordon (1925) en Herbert (1919).
Van jongs af aan was William al geïnteresseerd in vliegtuigen. Hier zit hij samen met zijn broertje Gordon (rechts) in een modelvliegtuig, 1927
William volgde zijn lager onderwijs van 1928 tot 1934 aan Greenway General en ging van 1937 tot 1939 naar Daniel McIntyre College. Hierna hij ging werken als krantenjonge en daarna als leerling bij een fabriek van Hunter Manufacturing.
William deed aan basketbal, football en baseball maar het liefste speelde hij hockey. Dit deed hij dan ook de hele winter bij elke kans die hij kreeg. Hij speelde voor het team van Daniel McIntyre College, het kerkteam en Winnipeg West End Juviniles.
Al op 19 juli 1939 meldde William zich aan voor bij de Royal Canadian Air Force als vliegtuigmecanicien. Hij werd echter niet toegelaten.
Een bijgevoegde aanbevelingsbrief van zijn baas toen hij als krantenjonge werkte bij Free Press Circulation Department luidde "Zijn staat van dienst is erg goed geweest. Het behoort tot zijn taak om tweewekelijks te collecteren en hij verzuimt nooit om het geld op tijd te brengen. We kunnen Peter aanbevelen als een zeer betrouwbare jongeman die, daar zijn we zeker van, trouw en efficiënt zal zijn in elke functie die hij kan vervullen."
Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog meldde William zich op 4 mei 1940 opnieuw aan voor bij de Royal Canadian Air Force. Ditmaal werd hij wel toegelaten. William begon zijn opleiding bij Technical Training School op 24 mei 1940. Na hier zijn opleiding voltooid te hebben werd William toebedeeld aan No.2 Service Flying Training School (SFTS) op 3 september 1940.
William in uniform (links) met een onbekende collega
Uiteindelijk werd William op 10 april 1941 toebedeeld aan RCAF 400 Squadron in Engeland. Op 24 januari 1942 werd hij overgeplaatst naar RCAF 407 Squadron. William had de rang Aircraft Engineer Mechanic en werkte hier als mecanicien, als deel van het niet-vliegend personeel.
Vermoedelijk had William toch de wens om te vliegen en begon hij in september 1942 aan zijn opleiding tot boordwerktuigkundige. Hij haalde namelijk op 22 november 1942 zijn 'Flight Engineer Badge'. Hierna werd hij op 27 november toebedeeld aan RCAF 419 Squadron. Hier werden William en Lennox Aylwin James Gonnett toegevoegd aan de bemanning van Jack Douglas 'Mac' MacKenzie.
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog William de volgende missies:
-
15 op 16 januari 1943; Lorient, in Halifax DT641
-
21 op 22 januari 1943; Waddeneilanden (Gardening), in Halifax DT623 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables'. De codenaam voor de Wadden Eilanden was 'Nectarenes'. Tijdens deze missie vloog Sergeant L.C. Wilson mee als co-piloot)
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
William was niet in staat het toestel niet tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Warrant Officer Second Class Raymond Hepton ‘Ray’ Hill
Raymond Hepton ‘Ray’ Hill werd geboren op 7 augustus 1919 als zoon van Rowland Hill en Annie Brook te Montreal. Ray had één broer, de latere Squadron Leader Howard Stephenson Hill DFC (1921-1943).
De broer van Ray, Howard Stephenson Hill (tweede van rechts), na het behalen van zijn 'Wings' schud de hand van Francis Garfield Peebles, latere co-piloot van Halifax W7651 DY-M
Ray volgde zeven jaar onderwijs aan de Ahuntsic School. Hierna volgde hij twee jaar onderwijs aan de Montreal Technical School waarna hij ging werken bij Starr Business Machines Limited als leerling mecanicien. In zijn vrije tijd deed Ray aan zwemmen, skiën, hockey en baseball. Zijn voornaamste hobby was fotografie.
Op 6 januari 1941 meldde Ray zich aan voor bij de Royal Canadian Air Force. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding. Hij werd toebedeeld aan No.1 Wireless School, waar hij op 8 november 1941 zijn 'Wireless Operator's Badge' kreeg uitgereikt. Zijn evaluatie luidde "een eerste klas schot; goed in al zijn werk, goed passend voor zijn functie."
Krantenknipsel over de gebroeders Hill en hun dienst bij de Royal Canadian Air Force, 28 januari 1942
Op 24 april 1942 werd Ray toebedeeld aan No.1 Signal School en werd hij, na hier zijn opleiding afgerond te hebben, op 2 juni 1942 toebedeeld aan No.23 Operational Training Unit (OTU) te RAF Pershore. Hier werd Ray opgeleid tot bemanningslid van een Vickers Wellington bommenwerper.
Uiteindelijk werd Ray op 19 augustus 1942 toebedeeld aan RCAF 419 Squadron, welke vloog met de Vickers Wellington. Hier vloog Ray de volgende missies:
-
5 op 6 oktober 1942; Aachen, in Wellington X3390 (op de heenweg raakte het toestel in onweer terecht, en door bliksem stopte de radio met werken. Hierop besloot de bemanning terug te keren naar hun basis)
-
15 op 16 oktober 1942; Keulen, in Wellington X3563
Vanaf 24 november 1942 tot 22 december 1942 was Raymond met zijn bemanning (Jack Douglas 'Mac' MacKenzie, William Nelson Garnett en Alexander Henry 'Alec' Milton) toebedeeld aan No.1659 Heavy Conversion Unit, van RCAF 419 Squadron. Hier werd de bemanning omgeschoold van de tweemotorige Vickers Wellington naar de viermotorige Handley Page Halifax bommenwerpers. Hier werden William Peter Duthie en Lennox Aylwin James Gonnett toegevoegd aan de bemanning.
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog Ray de volgende missies:
-
15 op 16 januari 1943; Lorient, in Halifax DT641
-
21 op 22 januari 1943; Waddeneilanden (Gardening), in Halifax DT623 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables'. De codenaam voor de Wadden Eilanden was 'Nectarenes'. Tijdens deze missie vloog Sergeant L.C. Wilson mee als co-piloot)
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Ray was niet in staat het toestel niet tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Sergeant Eric Raymond ‘Ray’ Marquand
Eric Raymond ‘Ray’ Marquand werd geboren op 24 juni 1921 als zoon van Sarah Syvret te Winnipeg.
Na zijn opleiding voltooid te hebben ging Ray werken als klerk.
Op 10 oktober 1940 meldde Ray zich aan voor bij de Royal Canadian Air Force. Hier werd hij toegelaten, waarna hij kon beginnen met zijn opleiding tot radiotelegrafist en boordschutter. Na zijn opleiding werd Ray toebedeeld aan No.12 Operational Training Unit (OTU). Hier werd Ray opgeleid tot bemanningslid van een Vickers Wellington bommenwerper.
26 Course (Airgunners & Wireless Operator/Airgunners) van No.12 OTU, met Ray op de achterste rij, vierde van rechts
Bron: The National Archives (through Mark Evans - Midland Aircraft Recovery Group)
Uiteindelijk werd Ray toebedeeld aan RCAF 419 Squadron, welke vloog met de Vickers Wellington. Hier vloog Ray de volgende missies:
-
16 op 17 juni 1942; St. Nazaire, in Wellington X3404 (door het dichte wolkendek kon het doel niet gelokaliseerd worden, een poging om Cherbourg te werd afgebroken omdat het zon al aan het opkomen was, en daarmee de bescherming van de duisternis voorbij was. Hierop keerde de bemanning terug naar hun basis)
-
18 op 19 juni 1942; Waddeneilanden (Gardening), in Wellington X3404 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables')
-
25 op 26 juni 1942; Bremen, in Wellington X3488
-
27 op 28 juni 1942; Bremen, in Wellington X3556
-
29 op 30 juni 1942; Bremen, in Wellington X3360
-
6 op 7 juli 1942; Ile De Groix (Gardening), in Wellington Z1626 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables')
-
8 op 9 juli 1942; Wilhelmshaven, in Wellington X3796
-
9 op 10 juli 1942; Onbekende locatie (Gardening)
-
13 op 14 juli 1942; Duisburg, in Wellington X3796
-
25 op 26 juli 1942; Duisburg, in Wellington X3796
-
26 op 27 juli 1942; Hamburg, in Wellington X3796
-
28 op 29 juli 1942; Hamburg, in Wellington X3796 (tijdens deze missie bleef een deel van de bommenlast (brandbommen) hangen en werden dus mee teruggebracht naar de basis)
-
6 op 7 augustus 1942; Duisburg, in Wellington Z1626
-
6 op 7 september 1942; Duisburg, in Wellington BJ778 (onderweg werd de olietank beschadigd)
-
2 op 3 oktober 1942; Krefeld, in Wellington X3344
-
31 oktober 1942; Emden, in Wellington X3659 (een van de weinige dagmissies; de bemanning steeg om 10:50 uur op en landde weer om 15:52 uur)
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog Ray de volgende missies:
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Tijdens de laatste missie van Ray wist hij tijdig het toestel te verlaten. Ray werd al snel gevangengenomen en afgevoerd naar Dulag Luft, te Frankfurt. Hier werd Ray ondervraagd van 7 februari tot 10 februari 1943.
Ray werd toen overgeplaatst naar Stalag VIIIb Lamsdorf, waar hij van 14 februari 1943 tot 21 februari 1945 gevangen zat. Met het naderende Russische leger werd het kamp ontruimd en werd Ray overgeplaatst naar Stalag VIIIc Hammelburg, hier zat Ray vanaf 3 maart 1945 twee weken gevangen.
Op 17 maart werd ook dit kamp ontruimd. Groepen van honderden gevangen moesten te voet westwaarts lopen. Uiteindelijk werd Ray op 24 april 1945 door het Amerikaanse leger nabij Beilngries, ten zuiden van Neurenberg, bevrijdt.
Na zijn thuiskomst in Canada trouwde Ray met Barbara Joan Stutely. Samen kregen zij drie kinderen.
Ray kwam op 25 april 2006 te overlijden.
Warrant Officer Second Class Lennox Aylwin James Gonnett
Lennox Aylwin James Gonnett werd geboren op 6 december 1920 als zoon van Julian Gonnett en Selina Amelia Rees te Quebec.
Na vijfjarige basisonderwijs gevolgd te hebben ging Lennox naar Earl Grey School waar hij van 1930 tot 1933 onderwijs genoot. Hierna ging Lennox naar High School of Montreal van 1933 tot 1937. Na zijn opleiding voltooid te hebben ging Lennox werken als etaleur.
In zijn vrije tijd hield Lennox ervan om te lezen, te debatteren, te tekenen en qua sporten hield hij van skiën, hockey, zwemmen en 'fancy diving'. Daarnaast was Lennox ook graag bezig met modelvliegtuigen bouwen.
Op 6 november 1940 meldde Lennox zich aan voor bij de Royal Canadian Air Force. Hier werd hij toegelaten waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding. Op 24 december 1940 werd Lennox toebedeeld aan No.33 Service Flying Training School (SFTS). Vervolgens werd Lennox toebedeeld aan No.3 Wireless School, dit op 18 februari 1941.
Na hier zijn opleiding tot radiotelegrafist en boordschutter afgerond te hebben werd Lennox toebedeeld aan No.5 Bombing and Gunnery School, te Dafoe. Hier werd Lennox van 7 juli tot 5 augustus 1941 opgeleid.
Uiteindelijk kwam Lennox in september 1941 in Engeland aan met de boot. Hier werd hij op 6 januari 1942 toebedeeld aan No.16 Operational Training Unit (OTU). Hier werd Lennox opgeleid tot bemanningslid van een Vickers Wellington bommenwerper.
Vervolgens werd Lennox op 17 mei 1942 toebedeeld aan RAF 83 Squadron. Hier vloog hij de volgende missies als bemanningslid van een Avro Lancaster:
-
25 op 26 juni 1942; Bremen, in Lancaster R5623
-
28 op 29 juni 1942; Bourgough (Gardening), in Lancaster R5567 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables')
-
29 op 30 juni 1942; Bremen, in Lancaster R5567
-
2 op 3 juli 1942; Bremen, in Lancaster R5567 (onderweg werd het toestel licht beschadigd door Duitse Flak)
-
8 op 9 juli 1942; Wilhelmshaven, in Lancaster R5567
-
11 juli 1942; Danzig, in Lancaster R5567 (een zeldzame dagmissie waar op een hoogte van 600 meter het doel werd gebombardeerd. Onderweg werden verschillende schuiten onder vuur genomen en boven het doel werd intense lichte Flak ervaren waardoor het toestel beschadigd raakte. Eén van de bemanningsleden, Sergeant Noel J.W. Villeneuve raakte door een kogel gewond in zijn been. Daarnaast werden vijf zoeklichten uitgeschakeld door vuur van de boordschutters)
Krantenartikel over de Danzig-raid met een foto van Lennox in The Montreal Daily Star, 13 juli 1942
-
14 op 15 juli 1942; Bordeaux (Gardening), in Lancaster R5669
-
19 op 20 juli 1942; Vegesack, in Lancaster R5868
-
21 op 22 juli 1942; Duisburg, in Lancaster R5567
-
26 op 27 juli 1942; Hamburg, in Lancaster R5567
-
10 op 11 augustus 1942; Mainz, in Lancaster ?
Op 15 augustus 1942 werd RAF 83 Squadron omgevormd en toegevoegd aan de Pathfinder Force. Dit betekende veel verandering in de bemanningen en vliegtuigen. Lennox was één van de bemanningsleden die overgeplaatst werd naar RAF 207 Squadron. Hier vloog Lennox de volgende missies:
-
27 op 28 augustus 1942; Kassel, in Lancaster R5745
-
28 op 29 augustus 1942; Nürnberg, in Lancaster R5745
-
1 op 2 september 1942; Saarbrücken, in Lancaster R5865
-
2 op 3 september 1942; Karlsruhe, in Lancaster R5674 (de bemanning moest vroegtijdig terugkeren omdat beide generatoren aan het overladen waren, de bommen werden afgeworpen en de bemanning wist succesvol hun basis te bereiken)
-
4 op 5 september 1942; Bremen (Focke Wulf vliegtuigfabriek), in Lancaster R5674
-
6 op 7 september 1942; Duisberg, in Lancaster W4174
Op 10 september 1942 werd Lennox overgeplaatst naar RCAF 408 Squadron. In oktober 1942 werd RCAF 408 Squadron omgedoopt tot No.1659 Heavy Conversion Unit, te RAF Leeming, van RCAF 419 Squadron. Hier werden Lennox en William Peter Duthie toegevoegd aan de bemanning van Jack Douglas 'Mac' MacKenzie.
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog Lennox de volgende missies:
-
15 op 16 januari 1943; Lorient, in Halifax DT641
-
21 op 22 januari 1943; Waddeneilanden (Gardening), in Halifax DT623 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables'. De codenaam voor de Wadden Eilanden was 'Nectarenes'. Tijdens deze missie vloog Sergeant L.C. Wilson mee als co-piloot)
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Lennox was niet in staat het toestel niet tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Flight Sergeant Alexander Henry ‘Alec’ Milton
Alexander Henry ‘Alec’ Milton werd geboren op 19 mei 1916 in Kensington. Zijn vader, Alexander John Milton was een calico-drukker die in 1904 met Elizabeth Susan Skinner was getrouwd. Alec was hun enige kind.
Alec volgde zijn opleiding aan Margate College en ontwikkelde een interesse in economie. Het lijkt waarschijnlijk dat hij snel na het verlaten van de school als junior klerk bij Barclays Bank ging werken.
Uit zijn staat van dienst blijkt dat hij aanvankelijk bij het leger ging en een kantoorbaan kreeg, maar, misschien beïnvloed door het feit dat de broer van zijn toekomstige vrouw, David, bij de Royal Air Force zat, meldde hij zich op 5 juni 1940 aan voor de pilotenopleiding bij de RAF. Echter was zijn gezichtsvermogen niet goed genoeg waardoor hij werd opgeleid tot boordschutter.
Via No.22 Operational Training Unit werd Alec uiteindelijk toebedeeld aan RCAF 419 Squadron, welke vloog met de Vickers Wellington. Hier vloog Alec de volgende missies:
-
5 op 6 oktober 1942; Aachen, in Wellington X3390 (op de heenweg raakte het toestel in onweer terecht, en door bliksem stopte de radio met werken. Hierop besloot de bemanning terug te keren naar hun basis)
-
15 op 16 oktober 1942; Keulen, in Wellington X3563
Vanaf 24 november 1942 tot 22 december 1942 was Alec met zijn bemanning (Jack Douglas 'Mac' MacKenzie, William Nelson Garnett en Raymond Hepton 'Ray' Hill) toebedeeld aan No.1659 Heavy Conversion Unit, van RCAF 419 Squadron. Hier werd de bemanning omgeschoold van de tweemotorige Vickers Wellington naar de viermotorige Handley Page Halifax bommenwerpers. Hier werden William Peter Duthie en Lennox Aylwin James Gonnett toegevoegd aan de bemanning.
Vanaf januari 1943 begon RCAF 419 Squadron weer operationele missies te vliegen met de nieuwe Halifax bommenwerpers. In de Halifax vloog Alec de volgende missies:
-
15 op 16 januari 1943; Lorient, in Halifax DT641
-
21 op 22 januari 1943; Waddeneilanden (Gardening), in Halifax DT623 (op een Gardening missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables'. De codenaam voor de Wadden Eilanden was 'Nectarenes'. Tijdens deze missie vloog Sergeant L.C. Wilson mee als co-piloot)
-
29 op 30 januari 1943; Lorient, in Halifax DT630 (het doelwit kon niet gebombardeerd worden door het slechte weer, de bemanning besloot de bommenlast af te werpen en terug te keren naar hun basis)
-
3 op 4 februari 1943; Hamburg, in Halifax DT630 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Tijdens de laatste missie van Alec wist hij tijdig het toestel te verlaten. Alec landde met zijn parachute in de buurt van Schoonoord maar verdraaide zijn enkel. Hij werd al snel gevangen genomen en afgevoerd naar Dulag Luft in Frankfurt, waar hij werd ondervraagd. Vervolgens werd Alec overgeplaatst naar het gevangenenkamp Stalag VIIIb Lamsdorf. Hier zat Alec het grootste deel van zijn gevangenschap uit; van 16 februari 1943 tot 23 januari 1945.
Met het naderende Russische leger werd het kamp ontruimd. Groepen van honderden gevangen moesten te voet westwaarts lopen. Uiteindelijk werd Alec op 11 april 1945 bevrijdt.
Na zijn terugkomst in Engeland trouwde Alec op 28 mei 1945 met Jessie.
De trouwfoto van Alec en Jessie Milton, 28 mei 1945
Gedurende de oorlog schreven Alec en Jessie vele brieven naar elkaar. Deze zijn grotendeels bewaard gebleven en door nabestaanden samengevoegd tot een klein boekwerkje genaamd 'The Wartime Letters of Alexander Henry Milton'.
Alec en Jessie bleven samen zonder kinderen. Hij keerde terug naar zijn oude baan bij Barclays Bank en werd uiteindelijk filiaalmanager.
Alec en Jessie na de oorlog
Alec kwam in juni 2001 te overlijden.
"Ik herinner me hem als een vrolijke man die altijd aan zijn neefjes en nichtjes dacht met Kerstmis en verjaardagen. Weinig familieleden hadden enig idee wat hij had meegemaakt, alleen degenen die hem af en toe midden in de nacht moesten kalmeren als zijn herinneringen hem weer achtervolgden." Aldus Oliver Linton (Jessie's neef)
Op ongeveer 25 minuten verwijderd van het doelwit werd Halifax DT630 VR-T van achter en onderen aangevallen door – naar wat zij dachten – een Fw 190. Alleen bommenrichter Eric R. Marquand noteerde in zijn rapport dat hij meende dat het een Bf 110 betrof.
In werkelijkheid werd Halifax DT630 VR-T inderdaad door een Messerschmitt Bf 110 aangevallen. Het betrof een Duitse Bf 110G-4 nachtjager van het 10. Staffel, Nachtjagdgeschwader 1, met aan boord piloot Oberfeldwebel Karl-Heinz Scherfling. Hij viel boven Schoonoord op een hoogte van 5300 meter de Halifax en haar bemanning aan.
Staartschutter Alexander H. Milton verklaarde later dat een ontwijkende manoeuvre uitgevoerd was, een zogenaamde ‘corkscrew’. Op een of andere manier was dit bevel van Alexander H. Milton richting piloot Jack D. MacKenzie toch doorgekomen, waarop Jack D. MacKenzie de beweging uitvoerde.
De ontwijkende manoeuvre hielp niet: de hele romp van het toestel werd doorboord door het kanonvuur van de Duitse nachtjager. Jack D. MacKenzie en waarschijnlijk ook Lennox A.J. Gonnett, de rugkoepelschutter, werden hierdoor dodelijk getroffen. Het kanonvuur stak tevens de brandbommen aan boord aan, waardoor de essentiële kabels en leidingen, die naar de motoren en de besturing liepen, doorbrandden.
De boordwerktuigkundige, William P. Duthie, trachtte het vuur te doven, maar slaagde hier niet in door de vlambare en moeilijk te blussen aard van de brandbommen. De navigator, William N. Garnett, rapporteerde later dat hij het bevel gaf om het toestel te verlaten volgens een eerder afgesproken opvolging van lichtflitsen. Dit impliceert dat het intercomsysteem nog steeds onbruikbaar was.
Eric R. Marquand, de bommenrichter, was de eerste van de bemanning die het toestel verliet. Hij werd gevolgd door William N. Garnett, die nog checkte hoe het met de rest van de bemanning gesteld was. Hij zag dat de radiotelegrafist Raymond H. Hill nog steeds op zijn positie zat, net zoals William P. Duthie. Beiden maakten zich echter wel gereed om het oncontroleerbare toestel te verlaten. Op dit punt keerde de Duitse jager terug en viel deze de vallende Halifax nogmaals aan.
Eric R. Marquand werd geraakt in de omgeving van zijn oor toen hij zich klaarmaakte om het toestel te verlaten. Alexander H. Milton bleef doorgaan met het onder vuur nemen van de Duitse jager om het weg te jagen, zodat de andere bemanningsleden het toestel konden verlaten. Hij bleef doorvuren tot hij uit zijn koepel viel in de donkere nacht. Het is niet bekend wat er gebeurde met de radiotelegrafist en boordwerktuigkundige en waarom zij het toestel niet verlieten. De tweede aanval van de Duitse jager heeft mogelijk voorkomen dat zij het toestel nog konden verlaten.
Om 20:55 uur stortte Halifax DT630 VR-T in Odoornerveen neer. Alleen Eric R. Marquand, William N. Garnett en Alexander H. Milton slaagden erin het toestel te verlaten. Alle drie werden al snel krijgsgevangenen gemaakt en werden geïnterneerd in Stalag VIIIB (Lamsdorf). De vier overige bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven.
Het proces-verbaal over de crash luidt als volgt:
“Op den derden Februari 1900 drie en veertig, omstreeks 20:300 uur, is door mij, Arie Versluis, wachtmeester te Schoonoord, behoorende tot de Brigade Emmen, gezien en waargenomen, dat op een perceel bouwland te Schoonoord, gemeente Sleen, een vliegtuig was neergestort hetwelk geheel is uitgebrand.
Bij onderzoek bleek het een Engelsche viermotorige bommenwerper te zijn.
Nabij en tusschen de wrakstukken van dat vliegtuig zijn gevonden de verminkte en gedeeltelijk verbrande overblijfselen van drie personen welke, naar de kleeding te oordelen, tot de bemanning van dat vliegtuig hebben behoord.
De identiteit van deze personen is door mij niet kunnen worden vastgesteld.
De overblijfselen van deze drie personen zijn op 5 Februari 1943 naar het lijkenhuis van de algemene begraafplaats te Sleen overgebracht.
Waarvan door mij, wachtmeester, persoonlijk is opgemaakt dit proces-verbaal, op den eed bij den aanvang mijner bediening afgelegd, en verzonden aan den Heer Burgemeester der Gemeente Sleen.
Gesloten te Schoonoord, 5 Februari 1943.“
Laten we de herinnering levendig houden aan wat Pilot Officer Jack Douglas ‘Mac’ MacKenzie, Sergeant William Nelson Garnett, Sergeant William Peter Duthie, Warrant Officer Second Class Raymond Hepton ‘Ray’ Hill, Sergeant Eric Raymond ‘Ray’ Marquand, Warrant Officer Second Class Lennox Aylwin James Gonnett en Flight Sergeant Alexander Henry ‘Alec’ Milton voor onze vrijheid deden.
Jack D. MacKenzie
Piloot
KIA
William N. Garnett
Navigator
POW
William P. Duthie
Boordwerktuigkundige
KIA
Raymond H. Hill
Radiotelegrafist
KIA
Eric R. Marquand
Bommenrichter
POW
Lennox A.J. Gonnett
Rugkoepelschutter
KIA
Alexander H. Milton
Staartschutter
POW
De gesneuvelde bemanningsleden van Halifax DT630 VR-T liggen begraven in de Commonwealth War Graves sectie van de Algemene Begraafplaats te Sleen.
Rust in vrede.
De graven van de bemanningsleden
Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan!
Het plaatsen van het Lost Wings informatiepaneel is in samenwerking mogelijk gemaakt door de Historische Vereniging Carspel Oderen.
Craig Mackenzie