Breng mij naar het informatiepaneel!
Op de tweede zondag van september 1942 lanceerde Bomber Command een aanval op Bremen. In totaal werden er 446 bommenwerpers gereed gemaakt, waaronder veel van zogenaamde OTU’s (Operational Training Unit) en CU’s (Conversion Unit). Deze bemanningen vlogen vaak met verouderde toestellen en zaten nog in hun opleiding. Zij werden vaak gebruikt om toch een degelijke bommenwerpervloot samen te kunnen stellen. Na op 13 september te zijn opgestegen zetten de toestellen koers richting Bremen, wat tussen 02:05 en 04:10 uur werd gebombardeerd. Twintig toestellen keerden niet terug.
Bremen werd in twee golven aangevallen. De eerste golf bommenwerpers, inclusief de Pathfinders, zouden het doel tussen 01:15 en 01:30 uur Engelse tijd bombarderen (02:15 tot 02:30 uur op het vaste land). De tweede golf zou dit tussen 02:30 en 03:05 uur (03:30 tot 04:05 uur). Er zat expres meer dan een uur tussen de twee golven bommenwerpers, enerzijds om het vuur de kans te geven om te groeien tussen de twee aanvallen en anderzijds om de Duitse verdedigers te verwarren door de twee golven die in tegengestelde richting vlogen..
De gevlogen route in de nacht van 13 op 14 september 1942
Ook RAF 156 Squadron leverde die nacht toestellen voor de aanval op Bremen. In totaal stegen twaalf Wellingtons op. Eén hiervan was Wellington BJ600 GT-C, gevlogen door de Nieuw-Zeelandse piloot Pilot Officer Valentine Brough die het toestel vanaf vliegbasis RAF Warboys richting Bremen vloog. De exacte tijd van opstijgen is onbekend, echter was dit waarschijnlijk in de buurt van 23:00 uur. Het toestel was beladen met 12×3 flares (lichtfakkels) en zes 250lbs. brandbommen.
Voor meer informatie over de bemanning van Wellington BJ600 GT-C, klik op onderstaande uitvouwbare balk.
Pilot Officer Valentine George Brough
Valentine George Brough werd geboren op 11 november 1920 als het jongste kind van Louis Brough en Louisa Myrtle Page. Valentine had drie oudere broers en zusses; Louis Walter Brough (1912-2001), Edna Myrtle Brough (1915-1983) en Dorothy Ann Brough (1918-1999).
Het gezin woonde in Wanganui, Wellington, Nieuw-Zeeland.
Valentine bracht zijn leven door op het zuidelijke eiland van Nieuw-Zeeland, waar hij werkte op de boerderij van zijn grootvader in Takaka, Golden Bay. Hier ging hij ook naar de plaatselijke school.
Na zijn school afgerond te hebben accepteerde Valentine een 10-jarige aanstelling bij de luchtmacht, maar deze werd geannuleerd na de oorlogsverklaring in 1939.
Valentine meldde zich aan bij de Royal New Zealand Air Force. Hier werd Valentine toegelaten en kreeg hij identificatienummer 'NZ39082', waarna hij kon beginnen aan zijn opleiding tot piloot.
Hij bracht tijd door op verschillende vliegvelden in Nieuw-Zeeland totdat hij zijn 'wings' verdiende, daarna kreeg hij meer gevorderde training in Canada. Zijn eerste training in Nieuw-Zeeland was in Tiger Moths en Oxfords, en in Canada vloog hij op Harvards.
Bij de RAF werd Valentine ingedeeld bij RAF 156 Squadron. Hier vloog hij de volgende missies mee als co-piloot om ervaring op te doen voor hij zijn eigen bemanning (en toestel) kreeg:
-
2 op 3 juli 1942; Bremen, in Wellington BJ592 (dit was de eerste '1000-bomber' raid)
-
6 op 7 juli 1942; Gardening missie bij Lorient, in Wellington Z1659 (tijdens een 'Gardening' missie moest de bemanning zeemijnen plaatsten, ditmaal voor de kust van St. Nazaire. Het codewoord van deze mijnen was 'vegetables')
-
21 op 22 juli 1942; Duisburg, in Wellington Z1659
Hierna kreeg Valentine zijn eigen bemanning, met wie hij de volgende missies vloog:
-
9 op 10 augustus 1942; Le Havre, in Wellington X3672
-
11 op 12 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613 (onderweg, na het passeren van de Franse kust stopte 'GEE' met functioneren)
-
12 op 13 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613
-
15 op 16 augustus 1942; Düsseldorf, in Wellington X3728
-
18 op 19 augustus 1942; Flensburg, in Wellington X3728 (negen minuten voor het doel werd bereikt stopte de staartkoepel met functioneren, waardoor de bemanning besloot terug te keren)
-
24 op 25 augustus 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie werd de bemanning vergezeld door Flight Sergeant Edward Alfred Greenwood, die meevloog als co-piloot om ervaring op te doen)
-
27 op 28 augustus 1942; Kassel, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie was de bemanning ingedeeld als 'marker': zij hadden brandbommen aan boord waarmee zij het doel voor de opvolgende bommenwerpers zouden markeren)
-
28 op 29 augustus 1942; Neurenberg, in Wellington BJ600 (de bemanning keerde vroegtijdig terug doordat hun toestel niet voldoende wilde klimmen. Tevens werden zij onderweg aangevallen door een Bf 110 nachtjager, die zij door agressieve ontwijkende manoeuvres wisten af te schudden)
-
7 op 8 september 1942; Warnemünde, in Wellington BJ600 (deze missie werd ongeveer één uur na opstijgen geschrapt, waarop de uitgezonden bommenwerpers werden teruggeroepen)
-
8 op 9 september 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600
-
10 op 11 september 1942; Düsseldorf, in Wellington BJ600
-
13 op 14 september 1942; Bremen, in Wellington BJ600 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Valentine was niet in staat het toestel tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Op 1 september 1942 werd Valentine bevorderd van Sergeant tot Pilot Officer. Zijn bevordering was echter nog niet doorgevoerd toen hij op 14 september 1942 om het leven kwam.
De onderscheidingen van Valentine in Golden Bay Museum, Nieuw-Zeeland
Sergeant Phillip Stevenson Hammond
Phillip Stevenson Hammond werd geboren 19 november 1922 als zoon van Dudley Victor Hammond en Simone Margueite Abrioux, te Parijs. Al vlak na zijn geboorte verhuisde het gezin naar Newdigate, Surrey.
Op 6 januari 1941 meldde Phillip zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier kreeg hij identificatienummer '1331531' en begon hij aan de opleiding tot piloot. Phillip begon zijn opleiding bij No.9 Initial Training Wing (ITW) en werd vervolgens toebedeeld aan No.11 Service Flying Training School (SFTS). Vanaf hier werd Phillip op 2 juni 1942 toebedeeld aan No.20 Operational Training Unit (OTU) om zijn opleiding af te ronden.
Op 8 september 1942 werd Phillip ingedeeld bij RAF 156 Squadron. Hier zou hij eerst een aantal missies als co-piloot vliegen om ervaring op te doen alvorens hij zijn eigen bemanning en toestel kreeg. Bij RAF 156 Squadron vloog Phillip één missie:
-
13 op 14 september 1942; Bremen, in Wellington BJ600 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Phillip was niet in staat het toestel tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Sergeant William Chippindale 'Will' Massey
William Chippindale 'Will' Massey werd geboren op 28 februari 1911 als zoon van George Henry Massey en Selina Chippindale. Het gezin woonde in Leeds, Yorkshire. Hier werkte Will als melkboer en bezorgde hij de melk in een sectie van Leeds.
Will, zijn neef en zijn ouders
Op 26 augustus 1934 trouwde Will met Leila Annie Skinner, afkomstig uit Pocklington, East Yorkshire. De bruiloft vond plaats in Thorner, West Yorkshire.
De trouwfoto van Will en Leila, 1934
Op 12 januari 1941 meldde Will zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier kreeg hij identificatienummer '1031306' en begon hij aan de opleiding tot waarnemer. Dit deed hij bij No.3 Initial Training Wing (ITW) en vervolgens No.4 Air Observer School (AOS). Op 5 mei 1942 werd Will toebedeeld aan No.22 Operational Training Unit (OTU), en niet veel later aan No.20 OTU. Vanaf hier werd Will op 22 juli 1942 ingedeeld bij RAF 156 Squadron.
Will in zijn RAF uniform
Bij RAF 156 Squadron vloog Will als waarnemer van een Vickers Wellington de volgende missies:
-
9 op 10 augustus 1942; Le Havre, in Wellington X3672
-
11 op 12 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613 (onderweg, na het passeren van de Franse kust stopte 'GEE' met functioneren)
-
12 op 13 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613
-
15 op 16 augustus 1942; Düsseldorf, in Wellington X3728
-
18 op 19 augustus 1942; Flensburg, in Wellington X3728 (negen minuten voor het doel werd bereikt stopte de staartkoepel met functioneren, waardoor de bemanning besloot terug te keren)
-
24 op 25 augustus 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie werd de bemanning vergezeld door Flight Sergeant Edward Alfred Greenwood, die meevloog als co-piloot om ervaring op te doen)
-
27 op 28 augustus 1942; Kassel, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie was de bemanning ingedeeld als 'marker': zij hadden brandbommen aan boord waarmee zij het doel voor de opvolgende bommenwerpers zouden markeren)
-
28 op 29 augustus 1942; Neurenberg, in Wellington BJ600 (de bemanning keerde vroegtijdig terug doordat hun toestel niet voldoende wilde klimmen. Tevens werden zij onderweg aangevallen door een Bf 110 nachtjager, die zij door agressieve ontwijkende manoeuvres wisten af te schudden)
-
7 op 8 september 1942; Warnemünde, in Wellington BJ600 (deze missie werd ongeveer één uur na opstijgen geschrapt, waarop de uitgezonden bommenwerpers werden teruggeroepen)
-
8 op 9 september 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600
-
10 op 11 september 1942; Düsseldorf, in Wellington BJ600
-
13 op 14 september 1942; Bremen, in Wellington BJ600 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Will was niet in staat het toestel tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Sergeant Jack Herring
Jack Herring werd geboren op 22 maart 1921 als zoon van Ernest en Edith Annie Herring, te Sandal, Wakefield.
Op 1 januari 1941 meldde Jack zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier kreeg hij identificatienummer '1213839' en begon hij aan de opleiding tot bommenrichter. Jack begon zijn opleiding bij No. 6 Initial Training Wing, No.2 Squadron, te RAF Aberystwyth. Hier maakte Jack deel uit van 'C' Flight.
'C' Flight na het afronden van de opleiding, Jack zit meteen rechts van langste van de twee officieren, augustus 1941
Vervolgens werd Jack toebedeeld aan No9. Air Observer School (AOS) en hierna aan No.9 Air Gunnery School (AGS). Uiteindelijk werd Jack op 5 mei 1942 aan No.20 Operational Training Unit (OTU) en vanaf hier op 31 augustus 1942 aan RAF 156 Squadron. Hier vloog hij als bommenrichter van een Vickers Wellington de volgende missies:
-
9 op 10 augustus 1942; Le Havre, in Wellington X3672
-
11 op 12 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613 (onderweg, na het passeren van de Franse kust stopte 'GEE' met functioneren)
-
12 op 13 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613
-
15 op 16 augustus 1942; Düsseldorf, in Wellington X3728
-
18 op 19 augustus 1942; Flensburg, in Wellington X3728 (negen minuten voor het doel werd bereikt stopte de staartkoepel met functioneren, waardoor de bemanning besloot terug te keren)
-
24 op 25 augustus 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie werd de bemanning vergezeld door Flight Sergeant Edward Alfred Greenwood, die meevloog als co-piloot om ervaring op te doen)
-
27 op 28 augustus 1942; Kassel, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie was de bemanning ingedeeld als 'marker': zij hadden brandbommen aan boord waarmee zij het doel voor de opvolgende bommenwerpers zouden markeren)
-
28 op 29 augustus 1942; Neurenberg, in Wellington BJ600 (de bemanning keerde vroegtijdig terug doordat hun toestel niet voldoende wilde klimmen. Tevens werden zij onderweg aangevallen door een Bf 110 nachtjager, die zij door agressieve ontwijkende manoeuvres wisten af te schudden)
-
7 op 8 september 1942; Warnemünde, in Wellington BJ600 (deze missie werd ongeveer één uur na opstijgen geschrapt, waarop de uitgezonden bommenwerpers werden teruggeroepen)
-
8 op 9 september 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600
-
10 op 11 september 1942; Düsseldorf, in Wellington BJ600
-
13 op 14 september 1942; Bremen, in Wellington BJ600 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Jack was niet in staat het toestel tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Sergeant Thomas Cuthbert ‘Tom’ Dewar
Thomas Cuthbert ‘Tom’ Dewar werd geboren op 8 november 1912 als zoon van James McL. C. Dewar en Annie Kempie Cuthbert Dewar. Zijn ouders scheidden van elkaar, waarna zijn vader trouwde met Susan R. W. Dewar. Het gezin woonde in Crieff, Schotland.
Thomas zat in Crieff op de lokale lagere school.
De klas van Tom (rechts met de hand van de juf op zijn schouder)
Bron: Crieff and Strathearn Through Time, Colin Mayall
Op 1 mei 1940 meldde Tom zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier kreeg hij identificatienummer '988654' en begon hij aan de opleiding tot radiotelegrafist en boordschutter. Door een onderbreking, waardoor Tom toebedeeld was aan No.1 Airmen Convalescent Depot (ACD) waar vliegers bijkwamen van stress of andere medische voorvallen, duurde het tot 14 februari 1942 tot Tom werd toebedeeld aan No.1 Air Gunnery School (AGS). Vanaf hier werd Tom op 22 juli 1942 toebedeeld aan No.20 Operational Training Unit (OTU) en uiteindelijk op 31 augustus 1942 aan RAF 156 Squadron. Hier vloog hij als radiotelegrafist en boordschutter van een Vickers Wellington de volgende missies:
-
9 op 10 augustus 1942; Le Havre, in Wellington X3672
-
11 op 12 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613 (onderweg, na het passeren van de Franse kust stopte 'GEE' met functioneren)
-
12 op 13 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613
-
15 op 16 augustus 1942; Düsseldorf, in Wellington X3728
-
18 op 19 augustus 1942; Flensburg, in Wellington X3728 (negen minuten voor het doel werd bereikt stopte de staartkoepel met functioneren, waardoor de bemanning besloot terug te keren)
-
24 op 25 augustus 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie werd de bemanning vergezeld door Flight Sergeant Edward Alfred Greenwood, die meevloog als co-piloot om ervaring op te doen)
-
27 op 28 augustus 1942; Kassel, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie was de bemanning ingedeeld als 'marker': zij hadden brandbommen aan boord waarmee zij het doel voor de opvolgende bommenwerpers zouden markeren)
-
28 op 29 augustus 1942; Neurenberg, in Wellington BJ600 (de bemanning keerde vroegtijdig terug doordat hun toestel niet voldoende wilde klimmen. Tevens werden zij onderweg aangevallen door een Bf 110 nachtjager, die zij door agressieve ontwijkende manoeuvres wisten af te schudden)
-
7 op 8 september 1942; Warnemünde, in Wellington BJ600 (deze missie werd ongeveer één uur na opstijgen geschrapt, waarop de uitgezonden bommenwerpers werden teruggeroepen)
-
8 op 9 september 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600
-
10 op 11 september 1942; Düsseldorf, in Wellington BJ600
-
13 op 14 september 1942; Bremen, in Wellington BJ600 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Tom was niet in staat het toestel tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
Sergeant William 'Willy' Herbert
William 'Willy' Herbert werd geboren op 30 januari 1921 als zoon van William Herbert en Elsie Clemantina Herbert. Willy had drie broers en één zus. Het gezin woonde in Wakefield.
Op 18 mei 1939 meldde Willy zich aan voor bij de Royal Air Force. Hier werd hij toegelaten en kreeg hij identificatienummer '644481' en begon hij aan de opleiding tot vliegtuigmonteur.
Willy begon zijn opleiding bij RAF 907 Squadron, waar met versperringsballonnen in plaats van vliegtuigen gewerkt werd. Vanaf hier werd Willy meermaals over en weer geplaatst van RAF 907 Squadron naar RAF 959 Squadron en vice versa. Uiteindelijk werd Willy op 25 oktober 1941 overgeplaatst naar No.10 Air Gunnery School. Hier begon Willy zijn opleiding van vliegtuigmonteur tot boordschutter van zo'n vliegtuig. Hierna werd Willy op 5 mei 1942 toebedeeld aan No.20 Operational Training Unit.
Vanaf hier werd Willy op 31 augustus 1942 toebedeeld aan RAF 156 Squadron. Hier vloog hij als boordschutter van een Vickers Wellington de volgende missies:
-
9 op 10 augustus 1942; Le Havre, in Wellington X3672
-
11 op 12 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613 (onderweg, na het passeren van de Franse kust stopte 'GEE' met functioneren)
-
12 op 13 augustus 1942; Mainz, in Wellington Z1613
-
15 op 16 augustus 1942; Düsseldorf, in Wellington X3728
-
18 op 19 augustus 1942; Flensburg, in Wellington X3728 (negen minuten voor het doel werd bereikt stopte de staartkoepel met functioneren, waardoor de bemanning besloot terug te keren)
-
24 op 25 augustus 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie werd de bemanning vergezeld door Flight Sergeant Edward Alfred Greenwood, die meevloog als co-piloot om ervaring op te doen)
-
27 op 28 augustus 1942; Kassel, in Wellington BJ600 (tijdens deze missie was de bemanning ingedeeld als 'marker': zij hadden brandbommen aan boord waarmee zij het doel voor de opvolgende bommenwerpers zouden markeren)
-
28 op 29 augustus 1942; Neurenberg, in Wellington BJ600 (de bemanning keerde vroegtijdig terug doordat hun toestel niet voldoende wilde klimmen. Tevens werden zij onderweg aangevallen door een Bf 110 nachtjager, die zij door agressieve ontwijkende manoeuvres wisten af te schudden)
-
7 op 8 september 1942; Warnemünde, in Wellington BJ600 (deze missie werd ongeveer één uur na opstijgen geschrapt, waarop de uitgezonden bommenwerpers werden teruggeroepen)
-
8 op 9 september 1942; Frankfurt, in Wellington BJ600
-
10 op 11 september 1942; Düsseldorf, in Wellington BJ600
-
13 op 14 september 1942; Bremen, in Wellington BJ600 (van deze missie keerde de bemanning niet terug)
Willy was niet in staat het toestel tijdig te verlaten, en kwam bij crash om het leven.
156 RAF Squadron behoorde tot de eerste vier Squadrons die werden ingedeeld bij de befaamde No.8 (Pathfinder Force) Group, opgericht een maand eerder in augustus 1942.
Hoogstwaarschijnlijk wist de bemanning van Wellington BJ600 GT-C het doel Bremen te bereiken en te bombarderen. Boven het doel stuitten de Pathfinder toestellen op een dichte waas. De flares die gedropt werden om het doel te markeren raakten verspreid. Het doel werd nauwkeuriger gemarkeerd met de 250lbs. brandbommen. Boven het doel waren veel zoeklichten actief. Bemanningen beschreven het als “een muur van licht“. Toen de tweede golf het doel aanviel waren er veel brandhaarden te zien, echter wel erg verspreid. Na de bommenlading boven het doel afgeworpen te hebben kon er begonnen worden aan de terugvlucht.
Een uur later, toen Wellington BJ600 GT-C Nederland binnenvloog, werd het toestel gesignaleerd door de Duitse verdediging en vervolgens ten noorden van Hardenberg aangeschoten.
Het neerschieten van Wellington BJ600 GT-C werd zowel door Unteroffizier Rudolf Frank (1. Staffel, Nachtjagdgeschwader 3, 03:10 uur) als Major Karl Theodor Hülshoff (Stab Nachtjagdgeschwader 2, 03:13 uur) geclaimd. Daarnaast deden ook Flak eenheden van 8. Flak Division een claim (03:13 uur), welke hieronder te zien is. Zowel de claim van 8. Flak Division als van Unteroffizier Rudolf Frank werden bevestigd. Hoe dan ook stortte Wellington BJ600 GT-C tussen 03:10 en 03:15 uur neer.
De claims van de verschillende Flak eenheden van 8. Flak Division, tien kilometer te noorden van Almelo. Gezien wordt ook de notitie die gemaakt wordt of het toestel door een ‘Jäger‘ is neergeschoten.
Twee foto’s van een uitgebrandde Wellington, hoogstwaarschijnlijk betreft dit Wellington Mk.Ic X9744 KJ-S. Dit toestel crashte ook tijdens de aanval op Bremen, nabij Nordermoor, Duitsland. De resten van Wellington BJ600 GT-C hebben er waarschijnlijk vergelijkbaar uitgezien
Bron: IWM
“Door het lichtspoor van de aanhoudende mitrailleursalvo’s was te zien hoe het Britse toestel frontaal in de neus getroffen werd. Het raakte onmiddelijk in brand, verloor hoogte en stortte neer tegenover de boerderij van Berend Verlsink. We wilden gaan kijken, maar de Duitsers van de luisterpost uit Ane, die er direct waren, stuurden iedereen terug.” Verklaarde Bertus Huisjes. De brandweer van Gramsbergen werd opgeroepen en was al snel te plaatsen. Zij blusten de brandhaarden en borgen vervolgens de verminkte resten van de bemanningsleden.
Laten we de herinnering levendig houden aan wat Pilot Officer Valentine George Brough, Sergeant Phillip Stevenson Hammond, Sergeant William Chippindale ‘Will’ Massey, Sergeant Jack Herring, Sergeant Thomas Cuthbert ‘Tom’ Dewar en Sergeant William ‘Willy’ Herbert voor onze vrijheid deden.
Valentine G. Brough
Piloot
KIA
Phillip S. Hammond
Co-piloot
KIA
William C. Massey
Waarnemer
KIA
Jack Herring
Bommenrichter
KIA
Thomas C. Dewar
Radiotelegrafist/Boordschutter
KIA
William Herbert
Staartschutter
KIA
Bij de crash van Wellington BJ600 GT-C kwamen alle bemanningsleden om het leven. Zij zijn begraven op de Commonwealth War Graves sectie van de Algemene Begraafplaats te Gramsbergen.
Rust in vrede.
De graven van de bemanningsleden
In 1999, toen de NAM bezig was met leidingen leggen in het gebied van de crashlocatie, stuitte men op resten van Wellington BJ600 GT-C. De Gemeente werd gealarmeerd en berichtte de Luchtmacht van de vondst. Al snel was de Stafofficier Vliegtuigbergingen te plaatsen om een onderzoek te verrichten. Afgezien van een aantal (kleine) delen, werd er niks gevonden. Zie hieronder een amateurfilm gemaakt tijdens het veldonderzoek door Jan Dijkman:
Heeft u meer informatie over deze crash? Lever het aan
Bronnen:
- Archief Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe
- Nabestaanden Valentine Brough, William Massey en William Herbert
- Bundesarchiv RL_5_1459_0360
- Aircrew Remembered
- Nachtjagd Combat Archives – Theo Boiten
Het plaatsen van het Lost Wings informatiepaneel is in samenwerking mogelijk gemaakt door Plaatselijk Belang Loozen.